Koninklijke onschendbaarheid

Onschendbaarheid was vanouds eigen aan de absolute vorsten. In zekere zin kunnen ‘onschendbaar’ en ‘absoluut’ worden opgevat als synoniemen: onschendbaar was de vorst, want geen andere macht in de staat kon rechtsgeldig tegen hem optreden; absoluut was de vorst, want hij zelf kon niet gebonden zijn aan de wetten, die hij immers als enige formuleert en afkondigt. Omdat het gezag van de vorst geheel onaangetast moet blijven, is zelfs openbare bespreking van diens beslissingen ontoelaatbaar.

In de 17e en 18e eeuw, in Groot-Brittannië eerder dan in Frankrijk, vinden ontwikkelingen plaats die achteraf kunnen worden samengevat als: er ontstaat een publieke opinie, waar bespreking van het politieke plaatsvindt. En er ontstaat een notie dat niet alle macht in één hand hoeft te zijn voor handhaving van de staatkundige orde; ook bij scheiding van machten kan openbare orde bestaan.


© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search